Van een klein edel kasteel naar een fort

De burcht wordt voor het eerst vermeld als “Hachberg” in de 12e eeuw; de Heren van Hachberg, het huis van de graven van Nimburg, zijn mogelijke stichters en eerste eigenaars. Vanaf de 13e eeuw waren de markgraven van Baden met hun zijlijn, de markgraven van Baden-Hachberg, de eigenaars en gebruikers van het terrein. In de 15e eeuw kwam het kasteel in handen van de markgraven van Baden. In het midden van de 16e eeuw breidde markgraaf Karl II van Baden-Durlach het kasteel uit en bouwde een paleis, waardoor het de omvang kreeg die het nu nog heeft.
De grote periode van het kasteel begon in de 17e eeuw, toen markgraaf Georg Friedrich von Baden het liet ombouwen tot een vesting.

Het werd echter in 1636 tijdens de Dertigjarige Oorlog grondig verwoest. Hoewel markgraaf Friedrich VI van Baden in 1660 begon met de wederopbouw, leidde de Successieoorlog van de Palts tot de definitieve vernietiging in 1689. Daarna bleef de vesting in puin en diende slechts als bron van romantische indrukken en legendarische verhalen.

De omvang van het huidige complex, evenals de overgebleven gebouwen met onthullende architectonische details, getuigen op indrukwekkende wijze van het belang van het fort in de 17e eeuw.

Van Doornroosje tot het succesverhaal van de “Hochburgverein”.

De “Vereniging tot behoud van de ruïne van Hochburg” werd opgericht in 1971. Zij heeft zich tot taak gesteld de ruïnes, die aan de deelstaat Baden-Württemberg toebehoren, te behouden en te onderhouden.
Bij het begin van de instandhoudingsmaatregelen werden de uitgebreide ruïnes ontdaan van bosachtige vegetatie. Deze eerste maatregelen gingen vergezeld van een nauwkeurig onderzoek van het gebouw als basis voor de daaropvolgende veiligstellings- en restauratiewerkzaamheden. Dit was het begin van het succesverhaal van de “Hochburgverein”.

Naast de lopende onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden gaat het vooral om het beveiligen en renoveren van de ruïne.

Tijdens uw virtuele rondleiding kunt u door de Hochburg lopen en gebieden betreden die vóór de renovatie door de vereniging niet of moeilijk toegankelijk waren. U kunt een kijkje nemen in de voormalige gevangenis of de kuiperij met de paardenmolen bezoeken. Ook het burchtbolwerk, het Herbsthaus en het hooggelegen kasteel kunnen zo worden verkend.

Wanneer u het kasteelmuseum bezoekt, kunt u via een brede zandstenen trap de tentoonstellingskelder bereiken vanuit de hal, die ooit overdekt was met een gleufgewelf. De eigenlijke tentoonstelling is ingericht in de voormalige wijn- en opslagkelder van het bovenkasteel, die waarschijnlijk al in de 12e of 13e eeuw bestond en in 1356 werd verlaagd en overkluisd. De vondsten worden gepresenteerd in vier vitrines en een keukenhoek. Een vijfde vitrine geeft informatie over de historische ontwikkeling van het kasteel en zijn eigenaars.