Museum für Sepulkralkultur

Museum voor Grafcultuur

Het Museum van de Grafcultuur bestaat sinds 1992 en is gewijd aan de thema’s sterven, dood, begraven, rouw en herdenking. Door educatie, begeleiding en bemiddeling in tentoonstellingen, conferenties, lezingen, seminars en manifestaties slaagt zij erin discoursen op gang te brengen die enerzijds de verandering in de grafcultuur op levendige wijze begeleiden en anderzijds de mogelijkheid bieden tot een bewuste confrontatie met de dood: Dit biedt niet alleen de gelegenheid tot diverse vormen van zelfreflectie, maar draagt ook in belangrijke mate bij tot de erkenning van de bijzondere waarde, het unieke karakter en de waardigheid van ons menselijk bestaan.

De centrale taken van het Museum voor Grafcultuur en het bijbehorende Centraal Instituut zijn het onderzoeken, bevorderen en uitdragen van culturele waarden op het gebied van begraven, begraafplaatsen en herdenkingsdiensten. Zij informeren het publiek over de maatschappelijke consensus – maar ook over legitieme conflicten – over hoe om te gaan met sterven, dood en rouw en illustreren de daarmee samenhangende cultuurhistorische achtergronden en veranderingen.

De grondslag van het museum is de grafcultuur die in de Duitstalige wereld is gegroeid. Voorwerpen uit de 15e eeuw tot heden laten zien hoe men in Duitsland overledenen begroef, de stervenden begeleidde en herdenkte. Er wordt ook rekening gehouden met de sociale veranderingen, die op hun beurt een invloed hebben gehad op de plaatselijke begraafcultuur. Zo is er bijvoorbeeld al een afdeling over multiculturele vormen van begraven in de permanente tentoonstelling.

Kennis van de eigen tradities versterkt ook het begrip voor vreemde of nieuwe gebruiken en ook voor andere culturen. Omdat elke cultuur en religie op een andere manier afscheid neemt van zijn overledenen en zich voorbereidt op het sterven. Vooral in een multiculturele samenleving komen de noden met betrekking tot het begraven en de meest uiteenlopende ideeënwerelden samen, die moeten worden ervaren als een interculturele constructie van een transformerende grafcultuur.

MEMENTO
In het krachtveld van herinneringen

Een tentoonstelling over individuele vormen van gedenken en herdenken

In de tentoonstelling “MEMENTO – In het krachtenveld van de herinnering” wijdt het Museum für Sepulkralkultur zich aan individuele vormen van gedenken en herdenken met een selectie van internationale hedendaagse kunstwerken en cultuurhistorische getuigenissen. De titel verwijst tegelijkertijd naar de aantrekkelijke en afstotende werking van herinneringen aan mensen en ervaringen die verloren gaan in de stroom van de tijd. De aantrekkingskracht van gedachten aan het verleden en van herinneringsbeelden, die door hun pijnlijk psychologisch en emotioneel potentieel vaak ook gepaard kunnen gaan met innerlijke afweermechanismen, maakt dat mensen hun tegenwoordige aanwezigheid – het hier en nu – verlaten. Dit kan een ontsnapping zijn aan de huidige levenssituaties, maar tegelijkertijd, in de context van rouwwerk, biedt het een sleutel om terug te kunnen keren naar een bewust en aanwezig leven na een ernstig verlies.

Nadat de tentoonstelling LAMENTO – Rouw en Tranen (11/2019 – 03/2020) in het Museum für Sepulkralkultur gewijd was aan het fenomeen huilen en de onmiddellijke affecten en emoties die de dood van een dierbare teweegbrengt, zal de daaropvolgende tentoonstelling MEMENTO – Im Kraftfeld der Erinnerungen (MEMENTO – In het krachtenveld van de herinneringen) de meest uiteenlopende vormen van individueel gedenken en herdenken van de overledene behandelen.

De manier waarop mensen het verlies van vertrouwde en geliefde personen verwerken en hun emotionele ontsteltenis uiten, wordt in beslissende mate bepaald door individuele trekken en door de respectieve levenssituaties, naast culturele tradities, ideologische en sociale waarden of een collectief historisch bewustzijn. Herinneringen zijn onderhevig aan voortdurende verandering – afhankelijk van de situatie en de levensfase – wat ook geldt voor hun betekenis en ook voor hun zin. Veel mensen zoeken daarom naar een persoonlijke taal en vorm van visualisering van het verleden door herinneringen om te zetten in acties die zintuiglijk kunnen worden ervaren of door persoonlijke erfenissen zorgvuldig te bewaren als plastische dragers van de herinnering. Plechtig, droevig, klagend en weeklagend, luidkeels en extrovert, dansend, zwijgend of in de vorm van rituele handelingen herdenken en gedenken familieleden en vrienden hun overledenen en reactiveren zij het verleden in het heden door middel van herinnering. Actief gedenken en herdenken brengt herhaaldelijk en blijvend in herinnering wie en wat niet vergeten mag worden in een familie-, sociale, religieuze of nationale/etnische gemeenschap.

Het overlijden van een bekende en de onlosmakelijk daarmee verbonden uitvoering van herdenkingspraktijken waren en zijn de aanleiding voor culturele produktie in de vorm van individuele rituelen, zoals het bezoeken van persoonlijke herdenkingsplaatsen, het bewaren van legaten of de jaarlijkse herdenking van sterfgevallen. Individuele herdenkingshandelingen begeleiden, animeren en maken het persoonlijke herinneringsproces mogelijk en integreren het in ons leven, dat na een verlieservaring weer in rustige banen wil worden geleid.

Literatuur, muziek en beeldende kunsten kunnen herinneringen omzetten in esthetische vormen door picturale en schriftelijke werken of door composities. Enerzijds kunnen deze zelf herinneringswerk zijn en het in het werk begrijpelijk maken, anderzijds kunnen zij het motiverende potentieel in zich dragen om zelf persoonlijke herinneringsvormen te ontwikkelen.

De dialogen tussen internationale artistieke werken in de media fotografie, video/film, beeldhouwkunst, installatie, grafiek en performance en cultuurhistorische objecten uit de museumcollectie ontvouwen een cultuurhistorische referentieruimte voor hedendaagse kunst, die de poëtische drager is van subjectieve herinneringen. Naast historische getuigenissen en artistieke werken zullen we geselecteerde virtuele herinneringsformats presenteren, zoals rouwforums op het internet, herinneringsvideo’s op YouTube en interactieve websites die individuele herinneringsprocessen initiëren en begeleiden. Voorts zullen wij informatie verstrekken over het proefonderzoek “Familie-luisterboek” van het Universitair Ziekenhuis Bonn, dat ernstig zieke ouders de gelegenheid biedt om in een geluidsstudio met een radiojournalist hun zeer persoonlijke levensverhaal op te tekenen voor kinderen en familieleden.

Artiesten: Christian Boltanski (F) | Karolin Bräg (D) | Sofia Hultén (SE) | Andrew Kotting (GB) | Karsten Krause (D) | Martin Kreuels (D) | Lucy Powell (GB) | Maud Quaedvlieg (NL) | Tina Ruisinger (CH) | Stefanie Silber (D) |Jaan Toomik (ES) | Timm Ulrichs (D) | Catrine Val (D) | Lorenz Widmaier (D) | Dorothee von Windheim (D)

PROJECTEN: Familie-audioboek, Judith Grümmer (D), Dear Photograph, Taylor Jones (CA), Rest in Vinyl / Andvinyly, Jason Leach (GB), Memorabilia, Museum für Sepulkral

Nadere informatie is te vinden op de website van het Museum für Sepulkralkultur:

https://www.sepulkralmuseum.de/ausstellungen/sonderausstellungen/memento–im-kraftfeld-der-erinnerungen

Netwerken
Marco Di Carlo

Onze wereld is in alles genetwerkt. Wij leven op een planeet en ondervinden hoe vruchtbaar en tegelijk onvoorspelbaar de gevolgen zijn van wereldwijde uitwisseling. Flora en fauna, water, lucht, oceanen, klimaat en natuurlijk mensen en hun goederen circuleren; en dit gaat – zoals al eeuwen het geval is – ook gepaard met ziekteverwekkers. Structuren van allerlei aard vormen en netwerk en staan in permanente verbinding. Parallel hieraan vinden altijd ontbindingsprocessen plaats, want leven is verandering en een voortdurende nevenschikking van begin en einde.

In het kader van de slottentoonstelling van zijn Georg Meistermann-beurs zal beeldhouwer Marco Di Carlo (geb. 1980) het Museum für Sepulkralkultur doorkruisen met uit kabels en objecten opgebouwde structuren. Hij verwerkt organisch materiaal van gevonden voorwerpen en ontwerpt zijn installaties als een symbolische coëxistentie van in elkaar overvloeiende natuur, technologie en cultuur. Hout, beenderen of huiden krijgen momenten van hun levendigheid terug op een fantastische manier door hun integratie in een weefsel van kabels en elektronische componenten.

Di Carlo’s werken spelen met de ambivalentie van ons bestaan. Wij vatten dood en leven op als verschillende toestanden, maar vanuit evolutionair oogpunt hebben deze twee categorieën, die ons zo vertrouwd zijn, nauwelijks nog zin, omdat het zogenaamde leven tegelijkertijd bestaat uit ontelbare processen van verknoping en afbraak van moleculen. De mens maakt hier deel van uit en doet hetzelfde met deze processen. Daartoe gebruikt hij zijn bekwaamheden als Homo Faber, als schepper en uitvinder, maar de arrogantie van de technische schepper leidt hem telkens weer naar de grenzen van het mogelijke.

In het besef van de menselijke beperkingen ten opzichte van de natuur en de kosmos ligt de kans van nederigheid ten opzichte van ons bestaan, die alleen gedragen kan worden door een holistisch begrip van de wereld. En zo netwerken en ontbinden ook wij, in de hoop op spirituele, esthetische of technische ontwikkelingen. Deze hoop leidt ons niet alleen naar de rand van de uitputting, maar stelt ons in de aanvaarding van onze eindigheid ook in staat het leven in zijn essentie te begrijpen en te vieren. We zijn eindig omdat we leven, en we scheppen omdat het besef van onze eindigheid ons daartoe in staat stelt.

Voor meer informatie, bezoek de website van het Museum van de Grafcultuur:

https://www.sepulkralmuseum.de/ausstellungen/archiv/marco-di-carlo–zernetzung

Edith Held

NIEUWE WERELD

Wie beleeft de huidige geschiedenis intensief op een onbevooroordeelde manier? Wie vertelt verhalen eerlijk en is authentiek in zijn of haar beschrijving? Hoe kunnen we levendiger beschrijven wat er in de wereld gebeurt dan door kinderen? Meer dan 100 kinderen uit Berlijnse vluchtelingentehuizen werden geportretteerd voor het fotoproject NEUE WELT. Alle kinderen vertellen hun verhaal in hun eigen woorden. Ze gaan over thuis, familie, vlucht, een nieuw thuis. De kinderen vertellen over hun zorgen, hun vreugde, hun angsten en hun dromen, over het onuitgesprokene of het onuitsprekelijke.

De kinderen uit verschillende landen en culturen hebben

aangekomen in een NIEUWE WERELD.

Het fotoproject van fotografe Edith Held (geboren 1966 in Donaueschingen/ DE) is tot stand gekomen in samenwerking met Gunter Haedke, sinds september 2014 initiatiefnemer van de “galerie auf zeit”.

Alle portretten zijn analoog gefotografeerd met een middenformaat camera 6×7. Een film voor elk kind. Elke film heeft 10 beelden. Alle portretten zijn uitsluitend gemaakt bij natuurlijk licht en zijn onbewerkt.

De kinderen kregen een Polaroid foto als souvenir.

Onderzoek. Inlichtingen. Afspraken maken. Verkrijg toestemming van de ouders. Coördineren. Het organiseren van talloze fotomomenten. Opnemen en transcriberen van interviews. Documenteren. Vertaal. En nogmaals: onderzoek. Vragend. Follow up. Herwerken. Schrijf het op en maak het begrijpelijk. In kaart brengen en zichtbaar maken. Niet iedereen was enthousiast, niet iedereen was het eens, niet iedereen steunde.

NEUE WELT is een momentopname van al die kinderen die hun steentje hebben bijgedragen

hun eigen persoonlijke bijdrage.

herman de vries vergaat

In het werk van de internationaal bekende kunstenaar

herman de vries (geboren 1931 in Alkmaar/ NL) richt zich op toeval, verandering en de permanente transformatie van al het zijn. Sinds de jaren 1950 experimenteert hij met tekeningen, schilderkunst, installaties, publicaties en steeds meer met natuurlijke materialen, waarvan hij de vergankelijkheid tentoonstelt. “toeval en verandering” is wat Herman de Vries ziet als het raamwerk van zijn leven, waaruit hij nooit kan stappen.

Sinds de jaren zestig heeft hij vele lange reizen ondernomen.

De vries stond niet alleen open voor de wijde wereld, maar zocht ook de intimiteit van de natuur op om zijn werkmateriaal en zijn artistieke methoden te ontdekken. Zijn atelier is het Steigerwald, waar hij al vijf decennia woont.

Iets gaat voorbij: een bloem, een leven, tijd. Het is het actieve moment van voorbijgaan dat Herman de Vries ons in zijn werken laat zien. Met elke stap, met elke hartslag, met elke bloesem, gaat het leven in ons en om ons heen voorbij. Het verandert erin, verandert van vorm, maar nooit van essentie. Te leven is te sterven is te leven. In een gedicht legt de vries zijn vreugde vast over het feit dat hij leeft, ondanks de vergankelijkheid. “Omarmd door de wereld zal ik sterven”. De wereld is een deel van ons en wij van haar.

In dans als uiting van vreugde gaan we voorbij. Wat een troost

beeld van het onvermijdelijke.

Daniel Tchetchik

DARK WATERS

Sinds het begin van de “Grote Migratie” in de jaren negentig zijn miljoenen mensen naar Europa getrokken. Niemand weet hoeveel er zijn omgekomen op deze gevaarlijke reis. De Middellandse Zee in het bijzonder is het graf geworden voor duizenden en duizenden vaak naamloze slachtoffers. Het lot van deze mensen heeft de fotograaf Daniel Tchetchik (geboren in 1975 in Tel-Aviv/ISR) niet met rust gelaten. Van zijn reizen en onderzoek rond de Middellandse Zee heeft hij zijn fotoboek DARK WATERS meegebracht, dat andere beelden van de vluchtelingencrisis laat zien dan die ons bekend zijn.

De foto’s zijn in die zin anders dat – althans tot het korte nawoord aan het eind van het boek – we er geen enkele persoon op zien: geen vluchtelingen op overvolle rubberboten, geen lijken die in zee drijven of op het strand aanspoelen, geen reddingsschepen, geen kampen waar mensen die uit zee zijn gevist, worden opgesloten en wachten op hun lot.

In plaats daarvan is Daniel Tchetchik naar verschillende kustplaatsen in Spanje, Italië en Griekenland gereisd en kijkt hij uit over de Middellandse Zee vanuit de zogenaamd veilige haven van Europa. Wat hij ziet is de verschrikking die zich voor hem opent, de verschrikking die ontstaat als hij kijkt naar de eindeloze uitgestrektheid van het water en de golven die tegen de rotsen kabbelen. De blik dwaalt over lege stranden, verlaten kustplaatsen en omheiningen, muren en bunkers op het strand,

waarmee Europa zichzelf bouwt tot een vesting die koud, leeg en harteloos lijkt.

Op de Werelddag voor Zelfmoordpreventie op 10 september opende het Museum für Sepulkralkultur een omvangrijke speciale tentoonstelling over het thema zelfmoord. De tentoonstelling presenteert informatie, suggesties, uitdagingen en mogelijkheden die een sociale en persoonlijke benadering van zelfmoord weerspiegelen. Met het oog op kunst- en cultuurgeschiedenis, menswetenschappen en sociale wetenschappen en geneeskunde, maar vooral op het hier en nu, willen wij de publieke communicatie over zelfmoord forceren. Een boekpublicatie en een uitgebreid begeleidend programma zullen de tentoonstelling uitbreiden in samenwerking met andere instellingen, verenigingen en genootschappen.

Zelfmoord en suïcidaliteit zijn alomtegenwoordig en toch taboe. Het zijn symptomen van psychosociale problemen. De alomtegenwoordigheid aan de ene kant en de stigmatisering en het taboe aan de andere kant vormen een grote tegenstrijdigheid in de openbare discussie over zelfmoord. Deze tegenstrijdigheid is ook merkbaar in ons museum, waar verwijzingen, documenten en voorwerpen die duidelijk verband houden met zelfmoord nauwelijks aanwezig of bekend zijn. De doelstellingen van de speciale tentoonstelling zijn dan ook duidelijk en dringend: zij dient om het taboe weg te nemen en zelfmoord en de ervaringen en omstandigheden die daaraan ten grondslag liggen te destigmatiseren. Naast de tentoonstelling is er ook een uitgebreid begeleidend programma en een boekpublicatie. Zes maanden lang zullen het museum en ook de partners van dit overkoepelende project het toneel zijn van een intensief onderzoek naar de redenen waarom men zich ongemakkelijk voelt bij een zelfgekozen levenseinde. Een levenseinde dat actief wordt nagestreefd door eigen handelen of nalaten en waarvan de beleving nog ten dele historisch gegroeide oordelen volgt en de betrokkenen confronteert met vragen en angsten.

Het is bovenal het verklaarde doel van het project om een effectieve bijdrage te leveren aan de preventie van zelfmoord door het behandelen van en het praten over zelfmoord, evenals psychosociale problemen. Met de hulp van lokale, nationale en internationale samenwerking zullen vernieuwende artistieke, culturele en wetenschappelijke bijdragen dit streven ondersteunen. Algemeen bekende uitdrukkingen en vooroordelen met hun positieve of negatieve connotaties zullen worden belicht en besproken – zowel historisch als vandaag.

Sinds het begin van de planning maakt de toonaangevende suïcidoloog en hoofd van het Nationale Suïcidepreventieprogramma (NaSPro), Prof. Dr. Reinhard Lindner, Instituut voor Maatschappelijk Welzijn, Universiteit van Kassel, als wetenschappelijk directeur deel uit van het projectteam.

Informatie over de tentoonstelling: www.sepulkralmuseum.de/suizid

Begeleidend programma: https://www.sepulkralmuseum.de/veranstaltungen

Adres

Museum voor Grafcultuur
Weinbergstrasse 25-27
34117 Kassel
T. +49 (0)561 91893 0
F. +49 (0)561 91893 10
info@sepulkralmuseum.de
www.sepulkralmuseum.de

Openingstijden

Dinsdag 10.00 – 17.00
Woensdag 10.00 – 20.00
Donderdag tot zondag 10.00 – 17.00

Elke woensdag is er een openbare rondleiding om 18.00 uur.